De lelievletten

De Willem de Zwijgergroep was één van de eerste groepen in Nederland met Lelievletten. Inmiddels is dit de standaard boot van Scouting Nederland.

Een lelievlet is geschikt om mee te zeilen, roeien en wrikken. Verder kan hij, voorzien van een huik, dienen als slaapplaats voor een bemanning van 5 á 6 personen.

Geen afbeelding

Op dit moment zijn de volgende nummers bij ons in gebruik:

Zeilnummer Bootnaam Bouwjaar In gebruik door Bijzonderheid

1570
1602
1668
1669
1681
1682
1708
1713
1714
1938

Griel
Skraits
Dipper
Sniefink
Seweyt
Krùsbek
Piiptjilling
Markol
Ljip
Ieperom III

2006
2008
2010
2010
2011
2011
2012
2012
2012
2013

Middagverkenners
Ochtendverkenners
Middagverkenners
Ochtendverkenners
Ochtendverkenners
Middagverkenners
Ochtendverkenners
Ochtendverkenners
Middagverkenners
Middagverkenners
 

In het verleden hebben we ook de volgende vletten in gebruik gehad:

Zeilnummer Bootnaam Verkocht in
23
57
766
767
768
769
770
864
927
928
Paugoes
Blesgoes
Knierts
Ieperom
Ielgoes
Botkol
Ikstern
Tjilinkie
Sniegoes
Pookske
2008
2011
2012
2013
2013
2014
2013
2009
2010
2010

Tevens hadden wij vroeger twee Deltavletten. Het verschil tussen Lelievletten en Deltavletten is dat Deltavletten een voordek en gangboorden hebben. Daardoor zijn ze beter geschikt voor ruiger weer en groter water. De Deltavletten waren in gebruik bij de Loodsen.

De Eeb was voorzien van een buitenboordmotorsteun, een verlengde mast en twee kimkielen ipv. een midzwaard.

De Smient had een groter grootzeil en twee kimkielen ipv. een midzwaard.

Technische informatie:

Onze vletten zijn gemiddeld:
5,60 meter lang
1,80 meter breed
0,35 meter diep (0,60 met midzwaard)
0,5 ton zwaar (casco)

Ze zijn gemiddeld 5,60 meter hoog met staande mast.
Het zeiloppervlak bedraagt ongeveer 12,15 vierkante meter.

Het is een knikspantvlet met midzwaard, sloeptuig en twee luchtkasten voor en achter. De vlet is ondertuigd, dat wil zeggen heeft minder zeil dat de boot hebben kan. Hiervoor is gekozen vanwege de veiligheid, maar een voordeel is dat er ook met hogere windkracht mee gezeild kan worden. Onder zeil hebben ze dezelfde prettige onhebbelijkheden die ook een schouw en in feite iedere platbodem heeft: gevoelig voor de gewichtsverdeling aan boord en dankbaar voor een goede behandeling van de fok.